Skip to main content

Familie

Rick is altijd bij vriendjes of vriendinnetjes en gaat niet graag naar huis. Als hij wel thuis is, trekt hij zich terug op zijn kamer. Hij maakt zijn huiswerk niet of nauwelijks, maar blijft wel lang op school hangen. In activiteiten met de familie heeft hij geen zin, dan gaat hij liever bij een vriendje spelen. Als familielid maak je je zorgen om Rick!

Hoe kun jij het verschil maken?

1. Praat met het kind

Om erachter te komen wat er aan de hand is, kun je een praatje maken met Rick. Vertel hem heel open wat jou opvalt en vraag hem of er iets aan de hand is. Je kunt bijvoorbeeld vragen: ‘Ik merk dat je de laatste tijd weinig thuis bent en nauwelijks contact zoekt met je ouders. Is er iets aan de hand?’

Hieronder vind je een aantal belangrijke aandachtspunten die je kunnen helpen om het gesprek met een kind zoals Rick aan te gaan.

  • Maak ongedwongen positief contact met het kind, bijvoorbeeld door uitleg te vragen over het spelen van een spelletje.
  • Geef alleen aan wat jou opvalt, zonder daarover te oordelen.
  • Luister en toon interesse en empathie.
  • Laat kinderen merken dat zij er niets aan kunnen doen als er thuis iets aan de hand is en dat ze bij jou terechtkunnen voor een praatje of andere praktische hulp.
  • Maak aan het kind duidelijk dat het oké is om te praten, om zo te komen tot oplossingen.
  • Vermoed je dat er problemen thuis zijn? Laat je dan nooit negatief uit over de ouders! Kinderen zijn trouw aan hun ouders en zullen hen meestal verdedigen. Iets negatiefs zeggen over de ouders is meestal dan ook niet bevorderlijk voor jouw relatie met het kind.

Een aantal voorbeeldvragen die je aan een kind zoals Rick kunt stellen:

  • Het valt me op dat…. Is er iets aan de hand?
  • Wat kan ik voor jou doen?
  • Welk spelletje speel jij graag met papa of mama?
  • Wat vind jij leuk om samen met je ouders te doen?
  • Spreek jij wel eens thuis af met vriendjes of vriendinnetjes?
  • Papa en mama hebben het moeilijk. Wat vind jij daarvan?

2. Praat met de ouders en anderen in de omgeving van het kind

Wil Rick niet praten of lijkt het je (na het gesprek met Rick) beter om even met zijn ouders te praten? Dan kun je ook hen heel open vertellen wat je opvalt en vragen of er iets aan de hand is. Je kunt bijvoorbeeld vragen: ‘Het valt mij op dat Rick de laatste tijd erg weinig thuis is en zich terugtrekt op zijn kamer. Is er iets aan de hand?’

Hieronder vind je een aantal belangrijke aandachtspunten die je kunnen helpen om het gesprek met ouders zoals die van Rick aan te gaan.

  • Bespreek open met de ouders wat je opvalt en vraag door, zonder oordeel. Hoe kijken zij tegen de situatie aan?
  • Steun de ouders, maar laat de verantwoordelijkheid bij hen.
  • Veroordeel de ouders niet!

Een aantal voorbeeldvragen die je aan ouders zoals die van Rick kunt stellen:

  • Het valt me op dat…. Is er iets aan de hand?
  • Hoe zie jij dat?
  • Hoe gaat het?
  • Hoe gaat het met je kind?
  • Ik zie dat je veel hooi op je vork hebt. Waar kan ik je mee helpen?
  • Laat je het me weten als je ergens mee vastzit? Weet dat je op me kunt rekenen!

Je kunt ook anderen in de omgeving vragen wat zij zien, doen of weten. Zo vergroot je de cirkel en krijg je een duidelijker beeld van wat er aan de hand is. Ook kun je hen vragen om het gezin te ondersteunen, door bijvoorbeeld te vragen of zij het kind eens mee willen nemen naar het zwembad.

3. Maak zelf het verschil

Als familielid kun je zelf al veel betekenen voor een kind! Je hoeft het probleem niet op te lossen. Je maakt al een verschil voor Rick door hem extra aandacht te geven en te laten merken dat je er voor hem bent. Oprechte aandacht van volwassenen vergroot de veerkracht van kinderen en vermindert (effecten van) stress. Denk eens aan onderstaande kleine gebaren:

  • Geef complimenten en persoonlijke aandacht aan het kind bijv. complimenten over wat ze aan hebben of over wat goed gaat.
  • Geef eens wat extra aandacht in de vorm van bijvoorbeeld een luisterend oor, een schouderklopje of knipoog.
  • Help zowel ouder als kind ontlasten waar mogelijk en denk mee over kleine, praktische oplossingen.
  • Zorg dat het kind (afgestemd op zijn leeftijdsniveau en in overleg met ouders) begrijpt wat er aan de hand is thuis.
  • Help mee om te organiseren dat dagelijkse activiteiten zoals school, sport en afspraken met vriendjes of vriendinnetjes doorgaan.
  • Zorg ervoor dat kinderen een vertrouwenspersoon hebben. Jij kunt zelf die vertrouwenspersoon zijn of samen met het kind op zoek gaan naar een geschikt persoon.

4. Help verwijzen

  • Merk je dat er veel problemen zijn en dat je er samen met Rick en zijn ouders niet uitkomt, stimuleer hen dan om meer hulp te zoeken. Hier lees je welke hulp diverse organisaties aan Rick en zijn ouders kunnen bieden.
  • Het is belangrijk dat jij er voor Rick blijft in de rol die jij hebt, als familielid. Wil je als familielid zelf advies over de situatie, neem dan ook contact op met een van de organisaties.

Steun door familie

Als familielid kun je een hele belangrijke rol hebben in het bieden van steun aan kinderen met zorgen thuis. Kijk maar eens in het filmpje hieronder hoe deze oom dat doet (filmpje Augeo).

Soms is een knuffel alles wat er
nodig is om iemand te helpen!